“We zien hoe hard je vecht, maar je gezondheid wordt steeds slechter en je valt elke week af. Één keer per week een afspraak helpt je niet genoeg en we maken ons zorgen. Daarom is er besloten je op de wachtlijst voor een opname te zetten.”
Ik verslik me in mijn 4 kcal tellende bouillon, en begin te hoesten. Ik wacht tot mijn therapeut roept dat het een grapje is, maar ze kijkt me alleen aan. Dan schiet ik in de lach. Dit kan niet over mij gaan. Ik ben niet dat meisje. Ik doe niet aan opnames. Dit is niet mijn leven, toch?
Maar laat ik even bij het begin beginnen. Begin 2018 meldde ik mij via de huisarts aan bij een gespecialiseerde kliniek voor eetstoornissen. Ik dacht daarmee een grote terugval voor te zijn, maar in praktijk bleek dit iets anders te gaan.
In maart ging ik op intake, maar toen ik begin april kon starten met mijn behandeling, was mijn eerste ziekenhuisopname al een feit. Mijn hart werkte niet goed meer en hoewel ik volhield dat alles prima ging, bewezen mijn bloedwaardes het tegendeel. Na een week in het ziekenhuis begon ik vol goede moed met mijn behandeling. Een paar maanden behandeling en dan zou alles weer goed gaan. Alles zou precies op schema verlopen, en dan zou ik eind 2018 nog mooi kunnen afstuderen. Tenminste, dat dacht ik.
In de maanden die daarop volgden takelde ik fysiek steeds verder af. Ik had een ontzettend fijne therapeute en ik maakte zeker stappen, maar mijn lichaam was op. De anorexia was sterker dan ik, en de snelheid waarmee ik stappen maakte, woog niet op tegen de snelheid waarmee de anorexia zich voortbewoog.
Ik had inmiddels zó veel tekorten dat de vitaminetabletten, elektrolytendrankjes en infusen nog nauwelijks werkten. Hadden we het ene tekort weggewerkt, dan verscheen er ergens anders weer een nieuwe. Mijn huisarts uitte steeds vaker haar zorgen en mijn behandelaren probeerden me voorzichtig duidelijk te maken dat dit niet langer zo ging.
En zo besloot ik uiteindelijk (na veel gemopper) akkoord te gaan. Ik sloot de deal dat wanneer ik uit mezelf weer op zou krabbelen, ik niet opgenomen zou hoeven worden. Koppig als ik ben, wist ik zeker dat het me zelf zou lukken. Tot ik werd gebeld.
“Sophie? Je hebt volgende week een afstemmingsgesprek. We hebben je huisarts gesproken en willen dat je zo snel mogelijk wordt opgenomen. Zorg je dat je er bent?”